Innovatiewerkplaats Healthy Workplace (HWP) doet onderzoek naar (met name) beweeggedrag, ontspanningsgedrag en sociale interactie van kenniswerkers in de kantooromgeving. Deze onderzoeken zijn gericht op het vaststellen van effectieve interventies voor het stimuleren van gezond gedrag, vanuit de context van de kantooromgeving. Voor deze onderzoeken zijn metingen en bijbehorende meetinstrumenten nodig. Het ontbreken van dergelijke meetinstrumenten creëert de behoefte om een nieuw meetinstrument te ontwikkelen. Romi Mol, studente Toegespaste Psychologie, heeft deze taak op zich genomen en hier haar afstudeeronderzoek op gericht.
Het doel van haar kwalitatieve, thematische onderzoek is om een advies te bieden aan HWP en een antwoord te geven op de vraag: “Hoe kan een meetinstrument worden vormgegeven dat veranderingen en stabiliteit van gezond gedrag op het gebied van sociale interactie, beweeggedrag en ontspanningsgedrag van kenniswerkers in de kantoorwerkomgeving kan meten?”
Door middel van interviews met twee experts per gedragsdomein is onderzocht welke meetbare gedragscategorieën per gedragsdomein in het meetinstrument kunnen worden opgenomen. Ook is door middel van interviews met deze experts onderzocht welke meetmethode(n) het meest geschikt zijn voor het meten van de gedragscategorieën. De meetmethode die hierin het meest naar voren kwam, is in een focusgroepinterview besproken. In het focusgroepinterview hebben zeven kenniswerkers voor deze meetmethode voorwaarden opgesteld voor bereidheid tot deelname en gebruiksgemak voor kenniswerkers in de kantooromgeving.
Per gedragsdomein zijn zowel meetbare gedragscategorieën genoemd, waarbij vooral de combinatie van objectieve gedragscategorieën (bijvoorbeeld frequentie, duur) en subjectieve gedragscategorieën (bijvoorbeeld ervaren kwaliteit) belangrijk blijkt. Voor ontspanningsgedrag wordt daarnaast ook de ‘mate van ontspanning’ aanbevolen om op te nemen in het meetinstrument. De dagboekmethode blijkt geschikt voor het meten van alle gedragscategorieën. Voor het meten van beweeggedrag wordt de Actigraph, een versnellingsmeter het meest geschikt bevonden. Voor het in kaart brengen van de kwaliteit van werkrelaties (sociale interactie) worden de LMX en CMX vragenlijsten aangeraden, voor sociale steun uit sociale interactie de SSL-I en SSL-D vragenlijsten. De experts benadrukken het belang van een combinatiemethode om de basismeting uit te voeren. Hiermee zou HWP de meetmethoden in context van de eigen onderzoeken kunnen beoordelen op geschiktheid. De onderzoeksvragen van HWP zouden hierin leidend moeten zijn. De combinatiemethode zou kunnen bestaan uit observaties, vragenlijsten een dagboek en een eindinterview. In het eindinterview zouden nogmaals naar voorwaarden voor praktische toepasbaarheid kunnen worden gevraagd.
Op basis van bovenstaand advies zou HWP kunnen starten met een vervolgonderzoek of de ontwikkeling van een meetinstrument. Vervolgonderzoek zou zich kunnen richten op nader onderzoek naar één van de gedragsdomeinen, met name ontspanningsgedrag of sociale interactie, in de specifieke context van de kantooromgeving.